BEGARDEN*- BOGAARDEN*

Uit Crespadi
Ga naar: navigatie, zoeken

BEGARDEN*- BOGAARDEN** Voormalig Begaardenklooster: Begijnenstraat 12-14

  • Klassering: 2004


Bibliografie:

Aerts J.: Begijnen en Begarden te St.-Truiden rond het midden van de XIIIde eeuw. In Limburg, XLVII, 1968, p. 241-248.

Algemeen Rijksarchief Anderlecht:

nr. 2021: leggen van sekwester op de goederen van de afgeschafte kloosters met inventaris van de inboedel van het Bogaardenklooster op 23 september 1796 (tt), ondertekend door de prior en procurator van het klooster en uiteraard de commissaris vann de Franse executieve.

nr. 2098: het procesverbaal van de expertise van het klooster dd. 11 november 1797 ondertekend door J.G. di Martinelli, commissaris en de expert Lambert uit Brussel.

nr. 917T.1.: couvent des Bogards à Diest: overzicht van de goederen van het klooster in en buiten Diest.

Archeologische opgraving Bogaardenklooster. Basisrapport –november 2010. Zie archeologie.

Archief Diest:

1. Twee schepenakten i.v.m. de bezittingen van de bogaarden, 5 mei 1324 en 21 februari 1377.

2. Cessio capelae bogardum. Oorkonde op perkament, 12 oktober 1486

3. Kopie (17e eeuw) op papier van vorig nummer.

4. Overeenkomst tussen het kapittel des Sint-Sulpitiuskerk Diest en de bogaarden. Oorkonde op perkament, 6 maart 1489.

5. Inkomsten goederen, 1665/45.

6. Verkoop van akkerland, 1793.

7. De bogaarden krijgen vrijstelling van de belastingen op het bier omdat zij beschouwd worden als medicamenten (bedelmonniken).

8. Aanvraag van de bogaarden aan het stadsbestuur tot het bekomen van een somme ter recompentie enden premien voor de nieuwbouw van een gedeelte van hun klooster. De stad schenkt 40 gl., 16 december 1714.

9. Extract vuijt seekere attestatie gegeven door Borghemeesteren, Schepenen ende Raedt der Stadt Thienen in faveur vanden Eerw. Paters Bogaerden bij dewelcke sij het Clooster der voors. Exempt declareren vande Contributie, 28 februari 1784.

10. De bogaarden vragen aan het stadsbestuur om: het herstellen van de straat waarin hun klooster staat (de huidige Begijnenstraat); toelating te krijgen om twee maal per jaar in de stad een omhaling te doen, om met de opbrengst kaarsen te kopen voor hun kapel; te mogen opstappen in drie jaarlijkse processies en dit de volgorde waarop zij, als oudste kloosterorde in de stad, recht hebben. Sine anno.

11. Brief van A. Reniers (Brussel, 19 februari 1769) aan Quisthout, stadssecretaris van Diest. Dit schrijven heeft betrekking op het verzoek onder nummer 10, meer bepaald de aanvraag om omhalingen te mogen doen.Er wordt negatief advies gegeven aan het stadsbestuur. In de brief wordt gesteld dat de bogaarden, alhoewel zij de regel van de H. Franciscus volgen, niet gerekend worden onder de mendicanten of bedelorden. Dit is in tegensprak met nummer 7.

12. Anoniem negatief advies (15 februari) aan de raad van Brabant (?) betreffende de aanvraag van de bogaarden om omhalingen te mogen doen in de stad. Dit wordt omschreven als ongeoorlofde bedelerijen, oft om beter te zeggen strooperijen.

13. Instellinge ende aflaeten van het broederschap van den H. belyder Rochus. Vergunt door syne heyligheid Clemens den XIII. In de Kerke der Eerw. PP van den derde Regel van het Oder van den H. ende Seraphinschen Vader Franciscus; Genaemt Beggaerden binnen de Stad Diest; alwaer de geapprobeerde Reliquien van den H. Rochus zyn rustende: Als ook een kort Begryp van het leven van den selven H. Belyder.Welke boekskens te bekomen zyn by de Heeren Prefecten van het selve Broederschap. Tot Loven, By Joann. Franc Maswiens, In den Gulden Helm. 1763/ Mat Approbatie.

14. Inventaris van alle welkdanige goederen, inkomsten en lasten van het Broederschap van den H. Rochus gestight in de kerke der Paters Beggaerden in de stad Diest opgestelt door ons overste ende directeurs van het selve broederschap, ingevolge het edict van sijne Majeteijt van den 8e April 1768.

15. Naamlijst (1786) van: de bogaarden, augustijnen , priesters van het begijnhof, de geestelijkheid van O.L. Vrouwkerk te Diest en het bogaardenklooster te Aarschot.

16. Testament (28 juli 1748) van Henricus van Cutshem, inwonende bij de paters bogaarden. Hij wenst o.a. in de ker van voornoemde paters te worden begraven.

17. Groot getekend plan (formaat A2) van het gebouw (3 verdiepingen met de titel “Caserne d’infanterie appartenant à la ville” .Dessiné par le sousigné élève de l’académie de Diest. E. Meelberghs. Vérifié par l’architecte de la ville Van Roelen. Burgemeester Peeters-Lowet, 22 oktober 1846.

18. Atlasz Cadastral Parcelaire de la Belgique par P.C. Popp. Plan Parcellaire de la ville de Diest, 1858. Art. 669 Domaine de l’état, sectie 67a Caserne (59,74 are).

Archives ecclésiastique. Geston de l’advocat Evenepoel, administrateur des bien des Chartreux et des Urbanistes. Couvent des Bogards, IV, p. 180-186.* Les Bogards doivent leur origine à l’industrie drapière, très florissante à Diest, dont un groupe d’artisans se réunit pour mener la vie commune sous la direction d’un maitre. En 1280, ils prirent l’habit religieux et formêrent, avec l’appui des autorités locales, un couvent auquel Adolphe de la Mark donna, en 1233, un statut définitif. La règle suivie était celle de Saint-François.

  • Le couvent fut entièrement dévasté en 1580 par les troupes espagnoles, et les religieux dûrent fuir à Lèau. Quelques années après leur retour, ils fyrent autorisés à ouvrir une école française.
  • Lors de sa suppression, le 1er décembre 1796, la communauté comptait seize membres dont douze religieux-prêtres et quatre frères lais.


Généralités:

*I. Chartrier.* 13597-13599: Le chartrier compose de cent-cinquante-six actes sur parchemin, se subdivisant comme suit:

  • 7 actes du XIIIe s.
  • 40 actes du XIVe s.
  • 55 actes du XVe s.
  • 54 actes des 16e et 17e s.
  • Tous ces actes sont classés chronologiquement et placés sous enveloppes.
  • Charter van 1257 (TT) is het oudste perkament waarin de begaarden vernoemd worden. We lezen: “De broeders begaarden geven aan de heer Arnold Joecxlede in pacht een stuk land van 8 bunders groot, welke goederen hun door den ridder Jan van Meerbeeck waren geschonken. De kloosterlingen komen in deze oorkonde voor onder de naam: Fratres obedientes dicti Beggardi”
  • Schepenact 1268 (tt) werd toen een paling gedaan tussen de goederen van Lodewijk de Ponten, ridder en erve behorende aan de vergadering der begarden van Diest (congregatio Begardorum in Diest). Het klooster was gelegen tussen de Demer en de kerk van O.L.V., zo leest men in de schepenact van 6 juli.
  • Van der Ponten was een der oudste en deftigste familie van Diest.


*II. Chroniques* 13600: Chronique du couvent (XVIIe siècle), avec la liste biographique des religieux, de 1599 à fin 18e siècle. XVIIIe s. Origineel Chronyckboek van het klooster (tt) 17de eeuw: geschreven uit ons oude Boecken door Franciscus Mannaerts anno 1693 ‘Diestensis filius hujus conventus’. Verhaal der gedenkwêrdighsten geschiedenis vôr ons klooster der Paters Begarden binne Diest (van de 1240 tot 1766)

  • 13601: idem.


*III. Privilèges et immunités.

(Chartrier) Bulle d’Alexandre IV confirmant les privilèges des frères de l’Ordre de la pénitence, en Allemagne. (Deux vidimus du XIVe siècle). 1255.* 13602: Dossier relatif aux exemptions d’impôts. 1673-1690.


*IV. Personnel.* 13603: Contrat relatif à l’admission du novice Henri Pelsers. 1709.

  • 13604: Contrat relatif à la dot du novice François van Ubbel. 1709.
  • 13605: Désignation d’Arnould Bormans en qualité de représentant du couvent, à l’assemblée de l’Ordre, à Bruxelles. 1731.


*V. Procès.

(Chartrier) Sentence de l’Official de Liège en cause de Marie Bruggemans et Pierre Havier, en matière d’adultére. 1463.* 13606: Pièces de procédure. 17e-18e s.


*VI. Divers.

(Chartrier) Autorisation accordée par l’Official de Liège, au religieux de la Fraternité Sainte-Marie, à Diest, de recueillir des aumônes pour la construction de la chapelle de Vierge. 1303.* 13607: Lettres d’indulgences. 1671

  • 13608: Lettres de confraternité délivrées par les Chartreux aux Bogards. 1717.


*VII. Biens, Revenus et charges.

(Chartrier) Relevé des biens cédés par Guillaume de Herlaer. 1336.

(Chartrier) Renonciation de biens par Marguerite van Assent, en faveur de son frère Mathieu, bogard. 1360.

(Chartrier) Acte de partage des biens de Jean Absoloons et Marie Ketelbais. 1481.

(Chartrier) Testament de Arnould Dryers, fondant un hospice pour femmes, à Hasselt, et des messes. 1504.* 13609: Testament de Dymphne et Marguerite vanden Bome dites Smeets. 1511.


(Chartrier): Cession par Arnould Knops, de tous ses biens. 1516.

(Chartrier): Testament (extrait) de Guillaume Hermans, léguant une maison, à Spalbeek. 1529.* 13610: Testament de Marie Mannaerts, grande maîtresse du Béguinage. 1676.

  • 13611: Testament de la veuve de Jean de Moedt. 1717.


(Chartrier) Becquevoort. Bail de la ferme de Netelzeep, consenti à Arnould de Loecxlede (2 actes). 1257.

(Chartrier) Becquevoort. Donation par veuve de Mathieu de Joecxlede, d’une maison et de bois. 1316.

(Chartrier) Becquevoort. Donation par Guillaume de Joecxlede et ses fils, de terres à Netelzeep. 1350.

(Chartrier) Becquevoort. Titres de propriétés. 1357, 1358.

(Chartrier) Becquevoort. Titres des cens. 1378, 1471.

(Chartrier) Becquevoort. Transport de terre, à Netelzeep. 1385, 1535.

(Chartrier) Becquevoort. Titres de propriétés de terres et de bois. 1505.

(Chartrier) Becquevoort. Cession par le béguinage de Diest, d’une prairie. 1576.* 13612: Becquevoort. Ferme de Netelzeep. Pièces diverses. 1579-1681.

  • 13613: Becquevoort. Titres de cens. 1613, 1739.
  • 13614: Becquevoort. Dossier relatif à des bois. 1668-1708.
  • 13615: Becquevoort. Transport par Michel van Zurpele et Marie Gooris, de bois. 1726.


(Chartrier) Berbroek. Titres de cens. 1476, 1706.* 13616: Berbroek. Titres de cens. 1476, 1706.


(Chartrier) Caggevinne-Assent. Cens sur la terre Lindenhof. 1405.

(Chartrier) Caggevinne-Assent. Titres de propriété à Reynrode (2 actes). 1461, 1546.

(Chartrier) Caggevinne-Assent. Titres de propriétés de bois à Kelbergen, sous Donck. 1471.

(Chartrier) Caggevinne-Assent. Titres de propriété. Années: 1472, 1520, 1531, 1556, 1609, 1609.

(Chartrier) Caggevinne-Assent. Titres de cens, à Donck. 1480, 1519.

(Chartrier) Caggevinne-Assent. Redevances dues par la chapellenie de Curange. 1527.* 13617: Cagevinne-Assent. Redevances dues par la chapellerie de Curange. 1527.


(Chartrier) Caggevinne-Assent. Titres de propriété du bois dit Loobosch. 1561, 1566.* 13618: Caggevinne-Assent. Transaction relative à un chemin au Wildenaert. 1625.

  • 13619: Caggevinne-Assent. Pièce relative à une prairie. 1732.
  • 13620: Cappelen (lez-Glabbeek). Biens à Nieuwer-Cappelen et environs. 17e-18e s.


(Chartrier) Diest. Convention entre Guillaume Tantmale et sa femme, concernant l’usufruit d’une maison au Marais du savetier. 1264.

(Chartrier) Diest. Sentence arbitrale en cause des Bogards et Louis, chevalier de Ponten, concernant leurs droits sur un chemin menant au couvent. 1268.

(Chartrier) Diest. Actes de transports de biens en faveur des Bogards. Années: 1340, 1352, 1360, 1362, 1365, 1376, 1399, 1401, 1407, 1413, 1425, 1470, 1566, 1567.

(Chartrier) Diest. Vente par Jean Kesmans à Jean de Lewe, d’une maison, rue de la Croix. 1403-1404.

(Chartrier) Diest. Titres de cens. Années: 1471, 1477, 1482, 1552.

(Chartrier) Diest. Achat par Jean Missens en Elisabeth van Lichtenborch, d’une maison au Paddepoel.1566.

(Chartrier) Diest. Vente par les Bogards de Louvain, de quatre bonniers au Papenbroek. 1569.* 13621: Diest. Titres de propriétés, à Deurne (lez Diest). 1701-1724.

  • 13622: Diest. Relief du bois Crauwelsbosch. 1783.


(Chartrier) Geet-Betz. Titres de cens. 1465.

(Chartrier) Haelen. Transport d’une terre. 1505.* 13623: Heusden (lez Beeringen). Redevances sur les biens de la béguine Christine Calen. 1690.


(Chartrier). Kersbeek-Miscom. Titres de propriétés. Années: 1533, 1538, 1553, 1685.* 13624: Kersbeek-Miscom.Titres de propriétés. Années: 1533, 1538, 1553, 1685.


(Chartrier) Kersbeek-Miscom. Echange des biens. 1538.* 13625: Kersbeek-Miscom. Arrentement en faveur de Jean Coomans, d’une maison, à Cattenbeek. 1714.

  • 13626: Kersbeek-Miscom. Arrentement de bois au Steynborne. 1729.


(Chartrier) Loxbergen. Création des cens. 1546.

(Chartrier) Loxbergen. Titres d’acquisition du bois Vranckenbosch. 1651, 1665.* 13627: Idem.


(Chartrier) Lummen. Arrentement perpétuel de l’heritage Lodders, à Mellaer. 1518.

(Chartrier) Lummen. Titres des rentes. 1555, 1701.* 13628: Idem.


(Chartrier) Meldert (lez Diest). Titres de propriétés du bois Halbiersbosch. 1444, 1445, 1565.

(Chartrier) Schaffen. Transport des bois dits Barenbosch, à Hees. 1461.* 13629: Schaffen. Mesurage des biens. 1667.

  • 13630: Sichem. Cession de deux prairies au Sichembroeck. 1718.


(Chartrier) Thielt-Notre-Dame. Titres de propriétés d’un bois. 1475.

(Chartrier) Waenrode. Titres de propriétés. 1401, 1504, 1732.* 13631: Idem.

  • 13632: Webbecom. Biens. Pièces diverses. XVIIIe s.


(Chartrier) Zelck (Haelen). Titres de cens. 1408, 1536.* 13633: Evaluation des monnaies dans les localités ou les Bogards jouissaient de redevances et de cens. XVIIe s.

  • 13634: Titres de rentes actives. 17e-18e s.
  • 13635: R. Manuel de dépenses. 1637-1640.
  • 13636: R. idem. 1660-1667.
  • 13637: R. Manuel d’annotations diverses. 1682-1793.
  • 13600: R. Manuel des biens et des revenues du couvent (pp. 1 à 66). 1693.
  • 13638: R. Manuel aux baux, rentes et fermages. 1710-1794.
  • 13639: R. Manuel de revenus divers. 1769-1796.
  • 13640: R. Manuel de recettes de biens et de rentes. 1780-1796.
  • 13641: Etat des biens, des revenus et des charges du couvent, transmis au gouvernement en 1787.
  • 13642: Etat des biens, des revenus et des charges du couvent, transmis aux Domaines. An IV.
  • 13643: Fragments et pièces diverses. 15e-18e s.


Bas Raymond: De Bogaardensite van Diest historisch en archeologisch onderzocht. In De Muntmeester, jg. 6, nr. 2, juni 2011, p. 18-20.

Bas Raymond en Mondelaers Martien: Achter de muren van het Diestse bogaardenklooster. Uitgave van de Vrienden van het Stedelijk Museum en Archief Diest, Diestsche Cronycke 21, 2012, 170 p., ill., plans, bronnen en bibliografie. Bijvoegsel: lijst van de gevonden stukken bij de opgravingen.

Bauer R.: Verbo Beguinen und Begharden dans le Weltzer und Welté’s kirchenlexicon, 2e éd., Fribourg en Brisgau, 1882.

Brusselaers Mark: Institutionele evolutie van de bogaarden te Aarschot vanaf het einde 13de eeuw tot einde 18de eeuw. In Peys ende Gestichtigheid: geschiedkundige bijdragen over het convent van de bogaarden, het gasthuis en de kloosters van Sint-Niklaasberg en de Kapucijnen te Aarschot. Aarschot, 2001, p. 13-36.

Bulletin des Commissions royales d’Art et d’Archeologie, jg. IX, 1870, p. 211: Couvent des Bogards, collection sigillographique.

Bulletins des commissions royale d’histoire de Belgique: 4me serie, tome III, p. 183, 186, 187, 191, 241: Les beggards de Diest.

Callaey F.: De beggaarden-wevers in de Nederlanden tijdens de middeleeuwen. In Handelingen van de Vlaamsche philologencongres te Gent, 1913, p. 30-42.

Callaey Fred: De Nederlandsche Beggaarden in St.-Franciscus Derde Orde en de Weefnijverheid tijdens de Middeleeuwen. In Neerlandia Franciscana, vol I, 1914, p. 7- 32.

Callaey Fred.: Lambert le Beges et les Béguines. Revue d’histoire ecclésiastique. Leuven, 1927, jg. XXIII, p. 245.

Claes Frans (s.j.): Iets over hoeven van de Bogaarden van Diest in Kersbeek en naaste omgeving. In Oost-Brabant, sept. 1989, jg. 26, nr. 3, p. 66-69.

Claes Frans (s.j.): Overzicht van de kerkelijke aanwezigheid in Diest. Getypte tekst naar aanleiding van de tentoonstelling “De Kerk in Prentbriefkaart”.

Cuvelier Joseph: Travaux de cour pratique d’Archio economie.1920-1925:* § 2 Clergé regulier: p. 42, n° 322: Diest, bogards (30 decembre 1755).


Daniëls Polydoor: Iets over onze Begarden. In Gazette van Diest, jg. 27, zat. 4 okt. 1890, nr. 80; zat. 11 okt. 1890, nr. 82.

Daniëls Polydoor: Iets over Begarden. Samengebrachte krantenknipsels uit de Gazette van Diest, 13 p. (Stadsarchief).

d’Arschot Schoonhoven: Histoire d’une famille. Les d’Arschot de Schoonhoven. 1600-1926 par le compte d’Arschot Schoonhoven. Bruxelles, Albert Dewit, 1927, 36 pl., 231 p.: Les Bogards p. 84.

Devotieboekje: Sint Rochus in de kerk van Beggaerden. (GOF VI.4)

Du Bois D.: Wetenswaardigheden over Diest. 35. De Begarden. In Gazette van Diest, jg. LXXI, 6 januari 1934, nr. 1. Overdruk nr. 35, p. 130-132.

Du Bois D.: In Het Oude Diest. Diest, 1934, p. 165-167.

Gielen Erwin: Het voormalige Bogaardenklooster in Diest. In Hier Diest, 1985-1986.

Haupt Herman: Beginen und begarden. Real-Encyklopädie für protestantische Theologie und Kirche. II, Leipzig, 1897, p. 516-526.

Kélyot et Builot: Histoire des ordres religieux. Paris, Gosselin, 1718. Tome VII: orde der Beygaerden of Boghaerden.

Lefèvre Jos et Placide: Inventaire des archives du conseil de gouvernement général: p. 82, n° 2339: Cordeliers et bogards à Anvers, Diest et Ophem.

Lerner Robert E.: Beguines and beghards. In Joseph Strayer, ed. Dictionary of the Middle Ages, deel 2, p. 157-162, New York, 1983.

Le Roy J.: Le grand théâtre sacré du duché de Brabant, tome I, 1729, p. 157.

Lodewijckx R.: Studie religieuzen in Diest: lekebroeders te Diest: Naemen van de broeders Beggaerden 1599-1792. In DVF-Ledenblad, jg. 3, nr. 4.

Loix Frans: Het Begaardencomplex te Diest. In Oost-Brabant, jg. 14, 1977, nr. 2, p. 26-28. Rechtzetting in nr. 3, p. 73.

Mac Donnell Ernest W.: The Beguines and Beghards in Medieval Culture. With special emphasis on the Belgian Scene. New Brunswick-New Jersey, Rutgers University Press, 1954, XVII + 643 p.

Mac Donnell Ernest W.: Beginen:Begarden. In Theologischen Realenzyklopädie, deel 5, kol. 404-411, Berlin en New York, 1979.

Mens Alcantara: Oorsprong en betekenis van de Nederlandse Begijnen- en Begardenbeweging. Vergelijkende studie: XIIde en XIIIde eeuw. Verhandeling van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Antwerpen, 1947, XXX-452 p.

Mens Alcantara: Les Béguines et les Bégards dans le cadre de la culture médiévale. In Le Moyen Age, T. LXIV, 1958, p. 305-315.

Mens Alcantara: Beghini, begardi, beginaggi. In Dizionnario degli Instituti di Perfezione, deel I, kol. 1165-1180, Rome, 1974.

Mertens T.: Vrouwen en mystiek in de Nederlanden (12de-16de eeuw). In Ons Geestelijk Erf, 1992, p. 1-144.

Ministerieel besluit houdende bescherming als monument, stads-of dorpsgzicht, 4 december 2003, p. 14.

Monsieurs Cecilia: Vraag naar het Bogardenklooster. In Een kleine loot werd vruchtenboom. Uitgave van de Zusters van de Voorzienigheid-Diest, 1994, p. 41.

Mosheim A.J.: De Beghardis et Beguinabus Commentarius. Lipsiae, 1790.

Pasmans Patrick: Muntvondst op de Bogaardensite (Diest). In De Muntmeester, juni 2011, jg. 6, p. 21-22.

Raymaekers J.F.E.: De Begarden. In Kerkelijk en liefdadig Diest, Leuven, 1870, p. 298-307.

Rijckel Ab Oorbeeck: Abbat. S. Gertrudis Lovaniensis, Vita S. Beggae ducissae Brabantia adetennensium, begginarum, et beggardorum fundatricis: vetus, hactenus non edita, et commentario illustrata. Adjuncta est Historia Beginnasiorum Begii. Leuven, 1631.

R.M.: De Begarden. In School- en Letterbode, jg. XI, 1854, p. 380-387.

Sanderus Antonius: In Groot kerkelijk toneel des hertogdoms van Brabant, 1727. Van Brabant. I Boek p. 63.* Het Klooster van de Begaarden, is digt by de Kerk van de H. Maagd: en hebben deeze den derde regel aangenomen; doch men weet niet wanneer het Klooster gesticht is.


Schuermans L.W.: De fraticellen en Beggaerden. Leuven, Van Linthout, 1863, 35 p.

Snieders R.: De fraticellen en beggaerden. In Lettervruchten van “Met tijd en vlijt”, 1863, p. 125-157.

Table alphabétique par origines des biens nationaux alienés compris dans les affiches des ventes des domaines: * Beguinage de Diest et Bogards de Diest, tome I, f. 83.


Tentoonstelling “Verrezen (te) Bogaerden”, 9 maart-23 april in Stedelijk Museum te Diest.

Toelichting ministrieel besluit houdende bescherming als monument, 14 december 2001. Dossier DB 002163, Diest-Noord, p. 75-78.

Trommelmans Raf-Maesen Kaat-Van Ransbeeck Lisa- Wyns Gwendy-Acke Bert: Archeologische opgraving Bogaardenklooster Diest. Basisrapport-November 2010, 64 p., ill.

p. 6: topografische en bodemkundige situering

p. 8: archeologische en historische situering

Valvekens Patrick: Catalogus oudheden Herk-de-Stad. In catalogus tentoonstelling 1980.

Van der Eycken Michel: Limburgers in het Diestse Bogaardenklooster. In Limburg, jg. LXII, 1983, nr. 4, p. 184-186.

Van der Eycken Michel en Janssens Luc: Steden in Beeld, Diest. Algemeen Rijksarchief, 1994, p. 20, 26, 39, 40, 50.

Van de Wiel Constant: Franciscaanse archiefbronnen. In Franciscana, jg. 31, afl. 1, 1976, p. 29, 30-31.

Van de Wiel Constant: In het Aartsbisschoppelijk Archief van Mechelen:

1: Fonds Jansenistica:

Het blijkt dat reeds voor 1257 de bogaarden zich te Diest tot een gemeenschap hadden verzameld. Het zou een groep lakenwevers zijn die zich hadden verenigd en in 1280 het religieus habijt hadden aangenomen. De burgeroorlogen waren noodlottig voor de bogaarden: hun klooster werd in 1580 geplunderd en ernstig beschadigd. Zij vluchtten naar Zoutleeuw en kwamen in 1583 terug. Op 1 december werden ze verdreven. In 1835 werd het klooster een kazerne en omstreeks 1925-1930 tot particulieren woningen ingericht.

2: Fonds Episcopalia Mechliniensia:

- Opracht aan Paulus’t Kint, aartspriester van Diest, om een kleine klok te zegenen voor de bogaardenkerk te Diest, 12 juni 1743 (reg. 48, fol. 240).

- Toelating door aartsbisschop J.H. Franckenberg aan Guillielmus Plissenier, prior van het bogaardenklooster te Diest, om mis te lezen in een kamer totdat de kapel van het klooster hersteld is (4 september 1781) (reg; 53. FOL; 225-226°.

van Male Zegger: Den Spiegel Memoriael sprekende van den godshuuse ten Bogaerde Brugge 1952.

Van Mierlo J.: Het Begardisme. In Verslagen en Mededeelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie, Gent, 1930, p. 277-306.

Van Mierlo J.: Bégardisme et Béguinages. In Dictionnaire d’Histoire et de Géographie ecclésiastique. Tome VI, Paris, 1932, p. 457-473 en tome VII, kol.426-441.

Vannerus J.: Documents concernant le Tiers-Ordre à Anvers et ses rapports avec l’industrie drapière (1296-1572). In Bulletin de la Commission Royale d’histoire de Belgique, 1910, dl. LXXIX, Brussel, Weissenbruch, 204 p. – Begaarden Diest.

Vernet F.: Au mot Béghards, Béguines hétérodoxes. Dictionnaire de théologie catholique. Fasc. XI, t. II, Paris, 1903, p. 528-535.

Von Mosheim J.L.: De begardis et beguinabus, 1790, Lipsiae, ed. Martini.

Wauters Alph.: Table chronologique des chartes et diplômes imprimés concernant l’histoire de Belgique, Brussel, tome V, p. 164, 409, 722.

Weiler G.: Begijnen en Begarden in de spiegel van een universitair dispuut. (Heidelberg 1458). In Archief voor Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland, 10de jg., afl. I/II, 1968, p. 63-94.

Werkgroep Cultureel Centrum Diest: Het Bogaardenklooster. In Gevels aan het woord. Vergeten huisnamen in Diest, 2009, p. 86.

X.: De Nederlandsche beggaarden in St.-Franciscus’derde orde en de weefnijverheid tijdens de middeleeuwen. Neerlandia Franciscana, deel 1, Izegem, 1914, p. 7-32.

X.: Toelichting ministrieel besluit tot klassering van monumenten. Dossier nr.: DB 002163, Diest-Noord, p. 75-78.


Schenking: 1761

Exract uyt den register van heeren Schepenen der stadt Diest alwaer onder andere staet het volgende

Bernardus “Waermoes” als onderroepelijck geconstitueerde van Joannes Mattheus Tutenel en Maria Thereseen Van Sweevelde, gehuysschen, ingesetene deser stadt, volgens acte gepasseert voor den notaris J.A. Guisthoudt en de getuyghen den tweede dezes maent Mai 1700 eenensestich, heeft gelooft .... te gelden en te betaelen eene erfelycke rente van twintich guldens s’ jaers,inende ten behoeve van het clooster der eerw. Paters Beggaerden binnen deze stadt, los ende vrij van alle lasten of renten als eede gestelt ende ingevalle daer alsnogh te stellen, sonder iedt om sulke daenighe oft meenighe andere oorsaeche te moghen costen voor de eerste ... te verscheynen den tweede May van den toecomende jaer seventhien hondert tweeensestich, ende soo voorst alle jaeren tot de... toe, deghene ten alle tyde in het voort clooster sal vermoghen te gebeuren met restitutie ... hondert guldens contant, ende met oplegginghe van allen openstaende interest a rate van tyde tot welckedaenighe gewyzinghe toe, de... rente belovende zich te houiden ende jaarlychsche betalinghen des interesten op den voet als zoo gecondition... aen precies te sullen effectueren, daer voor verbindende hun confirmanten persoonen ende goederen genot ende toecomende, ende sonder n’ ejulitie vandien, stellen de ende affimeerende , voor speciaelen ende prinzipaelen pandt des voor...rente, zoo in capitael als interesten geheve huijsinghe met den gronde hof oft ende allen andere toebehooren genoemt ”Den Rooden Hert” gestaen ende geleghen binnen dese stadt op den Langhen Steenwegh, van achter uijtcomende op de Overstraete tegenover het huijs genoempt St Joris, d’erffgenaemen oft representanten jan Van Straelen van voren in wederseijden, Warande ende deselde Huijsinghe voor hun eijghen ende, onver..., hebben deselve huijsinghe in coop...tegen ... jouffe de weduwe Menens cum suis, met acte voor den notaris Clercx ende getuijghen gepasseert op den derden September 1700 vijftigh ende gichte(?) daer op voor heeren schepenen deses stadt gevolght op den negensten der selfde maend, niet anders oft voorden balast als met den chijns van den gronde met twelf stuyvers ’s jaers aen t’ clooster van Sint Bernardtsdal ende met tweehondert vijftig guldens contant capitael, aen d’erfgenaemen Fracis Boogaerts, voor dit alles volcomen ... gelovende ende bovendien altijdt genoegh te sullen doen ende naar deze suffisante panden te sullen stellen... iedt aen dese rente gebaecht, ende voorts meer ingevolghe de voorberoepene acte geregistreert in t’ elfste boeck der acten notariael folio 14. 75. 76. 78.

Actum 19 Mai 1761. getekend J.J. Van Goedenhuyse, 1961.


DEEL II
Crespadi - Een Boekwerk Over Diest